Van ruïne naar koetshuis om bij weg te dromen
Waardevolle monumenten hebben hun plaats in ons straatbeeld en het is een goede zaak dat organisaties als Monumentenzorg ons cultureel erfgoed beschermen. Hoe slecht de staat van de eens zo statige gebouwen ook moge zijn. Dit voormalige koetshuis van het naastgelegen jachtpaviljoen stond nagenoeg op instorten. Waar niemand de mogelijkheden van de ruïne zag, voelde architect Michiel Van Raemdonck zijn hart sneller slaan telkens hij er voorbij reed. ‘We passeerden hier regelmatig toen het nog niet te koop stond. Het lag op de weg tussen onze beide ouders en toen al droomden we ervan om hier te wonen. Toen ik vijf jaar geleden plots zag dat het effectief te koop stond, hebben we geen moment geaarzeld. Hoewel velen ons aanvankelijk zot verklaarden, zijn we nog altijd blij dat we hebben doorgezet.’
Voor de verkaveling van de verschillende percelen was alles één geheel, met het paleis van Temse als vaandeldrager. Dat bevond zich aan de overkant van de straat maar werd ruim vijftig jaar geleden helaas afgebroken en vervangen door een zwembad. Dit koetshuis vormde vroeger één geheel met het naastgelegen Kasteel Bunneghem-Sloor, gebouwd in de 19e eeuw voor de Zweedse vorst Bernadotte. Dit kasteel diende als royaal zomerjachtpaviljoen. Van de staat waarin het koetshuis zich bevond, zijn enkel de vier gevels, de drie houten spanten en één binnenmuur blijven staan. De rest was in een te erge staat om te restaureren. De natuur had de site voor een groot stuk al overgenomen. Vergelijkbaar met het kleinere koetshuis dat zich in de tuin bevindt en hoorde bij een kasteel dat op de plaats van het nabijgelegen station was gelegen. Ook daar heeft de architect nog plannen mee. ‘Het is altijd de bedoeling geweest om zoveel mogelijk te bewaren met respect voor de geschiedenis van het pand. In elk project probeer ik sfeer, gezelligheid en een ziel in een gebouw te krijgen. Als je hier binnen komt, mag je niet het gevoel hebben dat je in een nieuwbouwwoning stapt. Daar ben ik in mijn ontwerp altijd trouw aan gebleven. Het was geen evidente oefening om binnen de beschikbare ruimte een woning en twee praktijken smaakvol te integreren. De benedenverdieping volledig wijden aan beide praktijkfuncties, zag ik niet zitten omdat je dan als bewoner het directe contact met je tuin verliest. Het heeft wat puzzelwerk gevergd, maar ik denk dat ik uiteindelijk wel in mijn opzet ben geslaagd.’
Bij de eerste aanblik voel je al de grandeur van weleer. De gevels zijn prachtig gerestaureerd en in ere hersteld. De nieuwe ramen in hout sipo en achteraf wit gelakt bestaan uit getrokken glas en lijken nagenoeg origineel. Het koetshuis heeft veel weg van een charmante pastoriewoning. De dakuitbouw in trapgevel voor- en achteraan, de bogen en andere ornamenten geven het pand extra karakter. De nieuwe inkom bevindt zich niet vooraan maar opzij van het koetshuis. Bij het betreden van de woning, kijk je door een glazen wand recht in de praktijk van de vriendin van de architect die als kinesist werkt. Geen gesloten behandelkamer, maar een open en huiselijk kader waarin de patiënt zich thuis kan voelen. De aanwezigheid van een haard versterkt dat gevoel. Deze haard met warmtekamer waar de sanitaire leidingen doorlopen, voorziet de woning bovendien van warm water. Het langwerpige raam in deze praktijk biedt mooie zichten op de tuin en helpt de patiënt zich te ontspannen.Tijdens behandelingen zorgen donkere gordijnen voor de nodige privacy naar de gang. Een ander accent in deze ruimte is de bureautafel die bestaat uit een marmeren blad. In de gang heb je verder toegang naar een multifunctionele kamer aan de voorzijde van de woning en naar een toilet naast de praktijkruimte.
Voorbij de gang kom je dan weer in het privégedeelte met de leefkeuken. In deze ruimte valt het metershoge plafond op. Het geeft als een enorme vide zuurstof aan dit deel van de woning en laat de authentieke muur met zichtbare oude schilderlagen volledig tot zijn recht komen. Die openheid laat toe om andere accenten in het interieur naar voor te laten treden zoals de oude houten schoolwerkbank voor de muur maar zeker de eettafel. Die bestaat uit een 6 cm dikke plank van een eikenboom die de architect bij een lokale houthandelaar op maat liet zagen en die achteraf op metalen schragen werd gemonteerd. Ook de vintage stoelen van zijn grootvader gaan moeiteloos op in het interieur. In de keuken springen dan weer het marmeren werkblad en het kookfornuis van Aga in het oog. Dat kan dankzij de sobere en strakke witte en houten keukenkasten errond die door de architect tot één mooi en strak geheel zijn gesmeed. Dat de gepolierde betonvloer – die over de hele benedenverdieping werd doorgetrokken – nog niet is vermeld, is omdat hij precies doet wat er van verlangd werd, namelijk neutraal zijn. Er gebeurt immers al genoeg in het interieur waardoor dat beter tot zijn recht komt dan wanneer je hier ook een parket had gebruikt. Het houten luik op de grond geeft toegang naar de kelder. In deze bijzonder aangename ruimte valt één detail nog net iets meer op, de boog in de authentieke muur. ‘De boog waar de trap nu achter verdwijnt, is origineel. Die kwam vrij bij het opkuisen van de enige dwarse muur die we behouden hebben. Er moet vroeger een opening zijn geweest, maar die werd nadien dicht gemetst. De trap zat daar niet in mijn eerste plan, maar ik vond die boog zo waardevol dat ik mijn plan eraan heb aangepast.’
De kant van de wachtgevel is de enige waar ze aanpassingen aan mochten doen. De uitbreiding met de relax/leesruimte waar de namiddag- en avondzon vrij spel krijgt, laat binnen en buiten letterlijk in elkaar overlopen. Door daar openingen in de gevel te voorzien, voel je die heel goed aan. Het is de bedoeling van de architect om deze gevel aan de buitenkant volledig te laten begroeien. ‘Samen met de moderne ramen die we erin hebben geïntegreerd, zal deze gevel in contrast treden met de drie andere beschermde gevels.’ De tuin is nog in aanleg, maar de bedoeling is om dit te doen met zoveel mogelijk aandacht voor het verleden. Gezien het deel uitmaakte van hetzelfde perceel en als park fungeerde, wil men door middel van een vijver en bomen een groene barrière vormen tussen hen en de buren.
De arduinen blok die als opstap naar de trap dient, is eveneens origineel en werd teruggevonden op de site. Na even te zijn verdwenen, komen we boven terug aan de oppervlakte. Van hieruit heb je dankzij die enorme vide een mooi zicht op de eethoek en de leefkeuken. Je ontwaart bovendien talrijke details in de authentieke muur zoals houten balken waar ooit een opening moet zijn geweest of oneffenheden maar die storen allerminst. Van aan deze glazen balustrade kijk je recht in de bureau van de architect die zich boven de keuken bevindt. Een glazen wand schermt af voor het geluid maar zorgt ervoor dat je in het bureau voldoende contact en doorzichten behoudt. Het bureaumeubel in zwarte mdf werd door de architect zelf ontworpen. Het rechtergedeelte van de eerste verdieping is gewijd aan de living, een ruimte die de architect zo groot en open mogelijk heeft proberen houden. Dit was mogelijk door een kastvolume te integreren als enig element met daarin berging, toilet, technische ruimte en een verborgen deur naar de tweede verdieping.
Deze ruime leefruimte baadt in het licht en heeft charme te koop. De smaakvolle integratie van de grote aluminiumramen in de wachtgevel contrasteert wel met de iets kleinere houten sipo ramen in de tegenoverliggende beschermde gevel, maar door de muur rondom ruw af te kappen, leunt het toch weer goed aan bij deze bouwstijl. Hoewel deze twee ramen gigantisch zijn en een mooi uitzicht bieden, loopt de bakstenen muur zowel boven als onderaan door. Hoe miniem ook, daardoor voel je de bakstenen schil wel aan in deze ruimte en is de beleving optimaal. In het plafond hebben de helaas rotte houten moederbalken plaats moeten ruimen voor onbehandelde stalen liggers die zichtbaar zijn gelaten. Door de ietwat verroeste aanblik combineren die mooi met de nieuwe eikenhouten steunbalken. Zowel op deze als op de bovenste verdieping komt daarop een parket, isolatie, chape en opnieuw een parket als afwerking met geïntegreerde vloerverwarming. Naast de gebruikte warme en eerlijke materialen in deze ruimte zorgt ook de houthaard voor sfeer. Om het volle rendement te verkrijgen, is deze uitgerust met KMS. Dit systeem houdt in dat er buizen doorlopen die de warmte opslaan en nadien gedurende 12 uur terug afgeven. Alle moderne technieken zijn dus aangewend om comfort te brengen zonder aan de ziel van de woning te raken. Die blijft overeind, onder meer dankzij de sobere en eenvoudige vormgeving die bij momenten strak aanvoelt. Een variatie op wit, zwart en hout die rust uitstraalt: het witte kastenvolume, witte bakstenen muur, zwarte aluminiumramen en stalen trappen en veel eik.
Het spelen met zichten en het deels wel en niet tonen van belangrijke elementen als trappen, werkt wel. Het geeft zin om de rest van de woning te ontdekken en past in het verhaal van verborgen gangen in kastelen, bijvoorbeeld voor het personeel. Door de verborgen deur nemen we de stalen trap in zwarte grondlaag naar de tweede verdieping. Ook hier heeft de architect zoveel mogelijk originele elementen proberen bewaren. Zo is de opening naar de master bedroom links authentiek. Dat valt vooral op door de beperktheid in hoogte en het feit dat die niet in lijn ligt met de gang aan de rechterkant. Er is optimaal gebruik gemaakt van de beschikbare ruimte door ingemaakte kasten te voorzien. Daardoor krijg je in deze gang de rust en uitstraling van een kloostergang. In elke kamer vormen de originele houten spanten het voornaamste decor. Vanuit de master bedroom heb je opnieuw een mooi uitzicht op de tuin en op de kleine vijver. Dat het raam bovenaan, net zoals aan de voorgevel, een gebogen vorm heeft zorgt voor extra cachet. Privacy en overbezonning wordt handig opgelost met binnenluiken. De spiegel op een kastenwand vergroot daar dan weer de ruimte. Want de beschikbare oppervlakte is niet immens maar er is optimaal gebruik van gemaakt. Zelfs een douche en toilet vonden hier een plaats achter een deur in de gang.
Bij het verlaten van de kamer verwonderen we ons opnieuw over hoe laag de doorgang hier precies is. Maar die is authentiek en daar gaat het net om. Het gebruik van eerlijke materialen en eerlijke architectuur, samen met het bewaren van zoveel mogelijk authentieke elementen, weet de ziel van dit voormalig koetshuis te vatten. Elke bezoeker kan zich perfect een beeld vormen van hoe prachtig het hier vroeger moet zijn geweest. En dat vraagt naar meer, als je het mij vraagt…
Van Raemdonck – Milliau architecten bvba
Kasteeldreef 12 – 9140 Temse
t. 0471 12 82 98
http://www.vanraemdonckmilliau.be